Vandaag bezocht ik een tehuis voor ouderen in Khayelitsha.
Neighbourhood Old Ages Housing (NOAH) is een project dat 28 jaar geleden werd gestart door de kerkelijke organisatie Catholic Welfare and Development. Deze ngo is sinds 1972 actief in verschillende wijken van Kaapstad en omgeving en heeft als een van haar belangrijkste taken het bestrijden van armoede.
Ook onder ouderen in Zuid-Afrika is de armoede groot. Veel van hen moeten leven van een maandelijkse uitkering van 1010 Rand (100 euro).
Veel ouderen krijgen daarnaast ook te maken met eenzaamheid. Waar kinderen vroeger de verzorging van hun bejaarde ouders op zich namen, gebeurt dat steeds minder vaak.
Ook Zuid-Afrika ontwikkelt zich tot een moderne samenleving met de daarbij behorende problemen. Jong volwassenen verlaten hun geboortegrond en trekken naar de stad op zoek naar werk.
In Afrika is er bovendien nog een belangrijke oorzaak waarom mensen niet meer voor hun ouders kunnen zorgen: ze zijn gestorven aan AIDS.
In Zuid-Afrika sterven er mee mensen dan dat er worden geboren. Daarom krimpt de bevolking met 0,5% per jaar. Volgens een schatting uit 2009 telde het land vorig jaar 49 miljoen inwoners. Van hen was 29,7% 0-14 jaar, 65% 15-64 jaar en 5,3% 65 jaar of ouder. Zuid-Afrikanen worden over het algemeen niet oud: de gemiddelde levensverwachting is 43 jaar.
De huizen van NOAH behoorden tot de eerste bejaardentehuizen van het land. Ze zijn kleinschalig en zijn midden in de community gebouwd. De bedoeling is om de ouderen een zo lang mogelijk actief leven binnen de gemeenschap te geven.
“Ik ga nog elke zondag naar de kerk”, zegt Lydia van tachtig. Ze gaat dan met de taxi. Zo noemen ze hier de witte busjes die je overal ziet rondrijden.
Lydia woont al meer dan twintig jaar in het bejaardentehuis. “Toen ik hier kwam,was ik zestig. De opvang was niet meer dan een klein huisje. Nu is het een echt gebouw.”
De verzorgsters die ik binnen zie rondlopen zijn jonge vrouwen met een opgewekt humeur en een stralende lach.
“Ze doen alles voor ons,” zegt Lydia. Ze somt op wat er allemaal aan verzorging is. “Ze koken voor ons. Ze wassen en strijken voor ons. Als we ’s nachts niet kunnen slapen, wrijven ze ons in. Er is een kliniek, er zijn medicijnen. We worden 24 uur per dag verzorgd.”
Bernardina van zestig, die naast Lydia zit, kan het allemaal alleen maar beamen. “Wat Lydia zegt is de waarheid,” knikt ze.
In het tehuis wonen twintig bejaarden, van wie er vier mannelijk zijn. Toen ik binnenkwam, zat een van hen naar voetbal te kijken. Ook Bernardina heeft het voetbal gevolgd, zegt ze. “Bafana Bafana is mijn team. Ik ben trots op onze jongens.”
Lydia heeft glaucoom. Daardoor kan ze bijna niet meer zien. Het voetbal heeft ze niet kunnen kijken, maar ze heeft wel gevoeld dat de mensen de afgelopen maand nader tot elkaar zijn gekomen. “Twenty Ten heeft iets in de hoofden van de mensen veranderd,” zegt Lydia. “We moeten dat koesteren. We mogen dat niet verloren laten gaan.”
Het is belangrijk dat jonge mensen elkaar opzoeken en hun ervaringen uitwisselen, zegt Lydia. Toen zij jong was kon dat niet. Tijdens de apartheid moest je als zwarte een pas bij je dragen waarin stond vermeld van welk ras je was en uit welke regio je kwam. Zonder die pas was het niet toegestaan om je eigen regio te verlaten. De pas toonde ook aan of je aanwezigheid in de blanke gebieden geoorloofd was. Omdat je er bijvoorbeeld moest werken.
Elke blanke had het recht om een zwarte naar zijn pas te vragen. Kon die de pas niet laten zien, dan kon hij worden gearresteerd of hij werd geslagen. Of allebei.
De nog jonge Nelson Mandela verzette zich publiekelijk door zijn pas te verbranden. De foto die daarvan werd gemaakt ging de hele wereld over.
Mandela verdween voor tientallen jaren in de gevangenis. Toe hij eindelijk vrij kwam, werd hij de eerste democratisch gekozen president van het nieuwe Zuid-Afrika.
“Mandela heeft niet alleen veel voor de zwarte Zuid-Afrikanen betekend, hij heeft het hele land bij elkaar gebracht,” zegt Lydia. “Dat was een enorme verandering in Zuid-Afrika.”
Ze vertelt dat ze ooit in Namibië was. Daar zag ze veel verandering. Maar alles ging rustig. Er was geen druk of haast. Er was geen gejacht. Het ging kalm en vredig. “Verandering is goed,” zegt Lydia. “Maar verandering moet langzaam gaan.”
2 Reacties
Jezus, ik moet er niet aan denken dat ik met mijn 60 jaar daar in een huis woon. Alhoewel het beter is in Nederland, waar je ze de hele dag in je bed laten liggen en dan ook nog in je eigen zeik. De verzorging is daar dan beter.
Geniet van de wedstrijd morgenavond.
Bedankt voor het antwoord op mijn vraag van een poosje terug.
Nog meer stof tot nadenken…