De dag voordat Nederland van Brazilië won, was ik op stap met een Blonde Collega die werkt voor een Gratis Nieuwblad. Of beter gezegd: werkte, want dit WK was haar laatste klus voor de krant. Deze zomer maakt de Blonde Collega de overstap naar de televisie.
In Nederland was de Gratis Krant een beetje in opspraak geraakt, omdat ze zich hadden laten subsidiëren door de NCDO (Nationale Commissie voor Internationale Samenwerking en Duurzame Ontwikkeling), die op haar beurt weer wordt betaald door de Minister van Ontwikkelingssamenwerking.
De Gratis Krant had namelijk een deel van de redactie (een man of tien) op kosten van de NCDO naar Zuid-Afrika gestuurd. De NCDO had daarvoor ruim 40.000 euro betaald. In Nederland vroeg men zich af of dat wel kon. De SP stelde zelfs Kamervragen over ‘het snoepreisje’ en maakte zich zorgen over de journalistieke integriteit.
Het verweer van de hoofdredacteur van de Gratis Krant was dat ze het hadden gedaan ‘om meer begrip en bekendheid te kweken voor de ontwikkeling van Zuid-Afrika’. Dat was hard nodig, want in Nederland weten de mensen niks van Zuid-Afrika. Ze weten alleen dat het er gevaarlijk is.
De Gratis Krant had de subsidie aangevraagd, omdat er geen budget was om journalisten te laten berichten over de ontwikkeling van Zuid-Afrika. Het geld was er misschien wel, maar de krant besteedde dat liever aan berichtgeving over andere zaken. Zaken waarover de mensen in Nederland graag willen lezen. Een krant moet haar prioriteiten stellen.
De Blonde Collega en de mannelijke journalist met wie ze een Gezichtsbepalend Duo van de Gratis Krant vormt, werden niet uit de NCDO-subsidiepot betaald, benadrukte de hoofdredacteur. De twee hebben een dagelijkse rubriek over Bekende Mensen en De Wereld van het Grote Geld. Dat zijn zaken waarover de mensen in Nederland graag willen lezen. Logisch dat de Gratis Krant daar zelf wel geld voor over heeft.
De hele zaak liep met een sisser af, net zoals de affaire rond de Bavaria-Babes, een belangrijke kwestie die heel Nederland in de ban had en waarover de Gratis Krant uitvoerig had bericht. Wel drong de SP nog aan op strengere regels, die de integriteit van de media zouden moeten waarborgen.
Daarna vond iedereen het wel best, want de realiteit is dat De Gratis Krant natuurlijk allang niet meer het enige Nederlandse medium is dat zich laat sponsoren door organisaties zoals de NCDO. Vaak gebeurt dat indirect, wanneer door allerlei organisaties gesponsorde verhalen en beelden van freelance journalisten, freelance fotografen en freelance filmmakers in de kolommen van kranten en weekbladen of op televisie belandden.
Over deze en andere zaken spraken de Blonde Collega en ik toen we eerst naar Camps Bay reden, een stukje Kaapstad met de allure van een Franse badplaats. Op het zonnige terras met uitzicht op de oceaan, vertelden we elkaar wat we de afgelopen weken hier zoal hadden gedaan.
“Heb jij je hier vaak onveilig gevoeld?” vroeg de Blonde Collega.
Mijn blik dwaalde over de boulevard, op zoek naar eventuele tasjesdieven, want de Blonde Collega had haar tas vervaarlijk naast zich in het zicht gezet.
“Soms wel,” antwoordde ik, terwijl er in de verste verten geen tasjesdief was te bespeuren.
De Blonde Collega vertelde me hoe de mensen in Nederland voor haar vertrek reageerden, als ze hun vertelde dat ze naar Zuid-Afrika ging. “Levensgevaarlijk!” hadden ze steevast geroepen. Daarom was ze zelf ook gaan twijfelen of ze hier als vrouw alleen kon rondlopen. Zeker toen haar mannelijke collega al eerder terug naar huis was gegaan.
Voor ik hiernaartoe vertrok, had ik de hoofdredacteur van Voetbal International Johan Derksen op televisie horen verkondigen dat zijn verslaggevers tijdens het WK onder geen beding zonder begeleiding de straat op mochten. Veel te gevaarlijk, zei Johan Derksen, terwijl de VI-verslaggevers toch bepaald geen doetjes zijn.
In Nederland geldt Johan Derksen als een televisiepersoonlijkheid met een uitgesproken mening. In Nederland is het hebben van een uitgesproken mening een groot goed. Veel mensen denken daarom ook dat het waar is wat Johan Derksen zegt.
De Blonde Collega en ik waren het met elkaar eens dat het beeld dat we ons vooraf over Zuid-Afrika hadden gevormd niet overeenkwam met onze eigen ervaringen. “Ik voel me hier in de stad best veilig,” zei de Blonde Collega. “Hoe is dat in de townships?”
Ik moest haar bekennen dat ik dat nog steeds niet wist. Als de mensen in de townships je zagen, staarden ze je wel aan, maar echt bedreigend kon je dat niet echt noemen.
Daarna reden de Blonde Collega en ik naar de townships. “Ik voel de blikken van de mensen,” zei de Blonde Collega, die baalde dat ze blond was. Ze draaide haar raampje dicht. “Zijn de deuren wel goed op slot?”
In Manenberg stopten we en stapten we uit. “Hé Ricci, ben je er weer,” zeiden de mensen die ik er al eerder had gesproken.
Daarna reden we naar Khayelitsha. Tot mijn verbazing was Lookout Hill open voor publiek. “Pas wel op als je naar boven gaat, want de trap is nog steeds niet gemaakt,” zei Sim.
Toen de Blonde Collega en ik naar boven gingen, kregen we gezelschap van twee bewakers. “Voor het geval dat er skollies zijn,” zei de kleinste bewaker. Skollies zijn straatschoffies. Soms stelen ze en beroven ze mensen. In dat geval worden ze ook wel tsotsi’s genoemd.
Boven zagen we geen skollies. Wel een jongen in hippe kleding en twee meisjes. Die konden zo doorgaan voor de leden van Destiny’s Child. De drie speelden met hun mobieltjes. Verderop tegen de balustrade stond een voluptueus meisje dat bevallig om zich heen keek. De bewakers vonden haar wel leuk.
Weer beneden stopten we ergens om spelende kinderen te fotograferen. “Komen jullie uit Nederland. Wat leuk,” zei een van de moeders die stond toe te kijken. “Bij mij in de straat logeert een Duits meisje.”
Toen stapten we weer in en reden we Khayelitsha uit. De Blonde Collega vroeg me niet meer of de deuren wel goed op slot zaten.
2 Reacties
Die Johan Derksen vind ik een eikel, sorry voor het woord maar het is niet anders! Wel leuk voor jou, denk ik met een collega-journalist op stap. En ja, ik kan er best inkomen dat ze in het begin wel bang was. Mijn collegaatje is een paar maanden geleden er geweest, maar die vond het best wel gevaarlijk. Spreek je weer.
Leuke blog. Camps Bay vond ik heel fancy vergeleken met andere plaatsjes rondom Cape Town. Erg leuk daar! Vooral sushi restaurant Paranga!
Ik als “niet-blondje” voelde me eigenlijk helemaal niet onveilig, ondanks het feit dat ik door iedereen op scherp werd gezet! Misschien ook wel omdat ik vaak wel vier body guards om me heen had