Aapjes kijken

In januari van dit jaar sprak ik Michael Letlala. Michael werkt als gids bij Coffeebeans routes, een van de vele bureaus die townships tours organiseren. Van de week ontmoette ik hem weer. Begin dit jaar vertelde Michael dat hij moeite heeft met het woord township. “Bij township denken de mensen aan armoede en zielige mensen die krottenwijken wonen,” zei Michael. “Het is stigmatiserend. Daarmee doe je de mensen in de townships tekort.” Michael sprak daarom liever van suburb tours.

Als je vanaf het vliegveld over de snelweg richting de stad rijdt, kom je ze vanzelf tegen: de eindeloze buitenwijken van Kaapstad, die tegen elkaar zijn gebouwd en tezamen de Cape Flats worden genoemd. Veel daarvan zijn townships, maar veel ook niet. Townships, zoals Langa, Nyanga, Crossroads, Manenberg, Mitchell’s Plain, Guguletu en Khayelitsha zijn de gebieden die tijdens de apartheid werden aangewezen als de plekken waar zwarten en kleurlingen moesten wonen, nadat ze uit de stad waren verdreven.

Niet alle buitenwijken van Kaapstad zijn op deze manier ontstaan, want even buiten de stad liggen ook de betere wijken. Vroeger woonden daar alleen blanken, maar na de afschaffing van de apartheid zijn er ook kleurlingen en zwarten met een goed inkomen komen wonen.
Soms is het lastig om het verschil tussen een gewone suburb en een township te zien, omdat je in townships ook betere gedeelten hebt. Daar staan mooie huizen. De mensen die er wonen hebben stromend water en elektriciteit. Sommige van die huizen lijken soms net wel op de nieuwbouwvilla’s zoals je die in Nederland ook in het Westland of in de Bollenstreek aantreft.
In de townships vind je ook bustations, politiebureaus, benzinepompstations, ziekenhuizen, sporthallen, cafés, pinautomaten en winkelcentra. De grootste malls zijn gebouwd naar Amerikaans voorbeeld. Dus met een Mc Donalds, een Wimpy’s en een Kentucky Fried Chicken. Als de mensen die er rondlopen niet allemaal zwart of kleurling zouden zijn, zou je je overal ter wereld kunnen bevinden.

Rijd je een stukje door dan zie je opeens eindeloze krottenwijken. Dit zijn de zogeheten informal settlements. Hier wonen de mensen die geen stromend water hebben. Water moeten ze halen bij de waterpompen die je hier op straat op verschillende punten aantreft. Elektriciteit hebben ze soms wel. Dat kun je zien aan de elektriciteitsdraden die boven de krotten zijn gespannen.

Het beeld van de eindeloze rijen krotten is verontrustend. Zoveel mensen bij elkaar die onder zulke erbarmelijke omstandigheden moeten leven. Maar nog verontrustender is het dat je niet meer van het beeld schrikt. Want je herkent het uit de media. Het is het beeld van de derde wereld. En daar leven de mensen nu eenmaal in armoede.

De meeste blanke inwoners van Kaapstad zijn nog nooit van hun leven in een township geweest, terwijl ze er elke dag over de snelweg langs rijden. Logisch, want wat heb je als blanke daar te zoeken als je geen hulpverlener bent of journalist? Waarom zou je jezelf blootstellen aan het risico om beroofd te worden van je spullen door de mensen die zulke spullen niet hebben?
Inwoners van Kaapstad begrijpen er dan ook niets van dat toeristen niet alleen op safari gaan om wilde dieren te bekijken, maar zich ook in een bus door een township laten vervoeren om daar de armoede van dichtbij te zien. “Waarom zou je?” zei een Argentijnse expat, die ik in januari van dit jaar ontmoette. En ook voor mijn vertrek uit Nederland waren er mensen die mij vooral wisten te wijzen op de ethische bezwaren.

Ikzelf voelde me ook bezwaard toen ik in januari als enige passagier in een witte tourbus met een groot logo daarop naast Michael door een aantal townships reed. Dat gevoel werd minder toen Michael en ik de bus uitstapten en ergens gingen eten. Gewoon met onze handen, net zoals de andere bezoekers. De konden dat wel waarderen. Eten is een sociaal bindmiddel bij uitstek.

Michael vertelde dat Coffeebeans routes naast de verschillende culturele tours die ze aanbieden net begonnen was met een tour die zich toespitst op de toekomst van de townships. Hoe heeft het leven zich daar in de laatste jaren ontwikkeld? En waar gaat die ontwikkeling naartoe? Dat waren de dingen die ze de mensen wilden laten zien. Over de naam waren ze het nog niet helemaal eens: Township Futures of Suburb Futures.

“We hebben het toch maar Township Futures genoemd,” zei Michael toen ik hem een paar dagen geleden weer sprak. “Suburbs is niet wat toeristen willen. Die hebben ze thuis zelf ook. Zou jij een tour boeken voor een rondleiding door een suburb in je eigen land?”

Dit bericht is geplaatst in township stories en tagged als , , , , , , , , , , , , , , , , . Bookmark de permalink . Plaats een reactie of laat een trackback achter: Trackback URL.

2 Reacties

  1. Pierre
    Posted 21 June 2010 at 11:08 | Permalink

    Mooi stuk!
    Arme aapjes kijken in de townships; het blijft bizar.

  2. Fer.H. R
    Posted 21 June 2010 at 13:40 | Permalink

    Heb nu wel een redelijk goede indruk over Townships.
    Zuid-Afrika is voor mij geen echt vakantieland met al die toestanden.
    Ook met die wisselende temperaturen. Ik ga dus veel liever naar AZIE waar het veel veiliger is.

Plaats een reactie

Je email adres wordt nooit gepubliceerd of gedeeld. Verplichte velden zijn gemarkeerd *

*
*

You may use these HTML tags and attributes: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <strike> <strong>